Dit boek geeft een brede introductie in de taalwetenschap in al haar facetten. De structuur van taal krijgt uiteraard ruime aandacht, maar ook de taalgebruiker en de taalgemeenschap komen uitgebreid aan bod.
• Voorbeelden uit een groot aantal talen.
• Niet theorie-gebonden.
• Geschikt voor probleem-gestuurd onderwijs.
• Docentenhandleiding beschikbaar op beveiligde website.
Tabla de materias
Lijst figuren en tabellen xi
Voorwoord xiii
Illustratiebronnen xv
Deel I Taal en Taalvermogen 1
1 Van taal naar taalwetenschap 3
1.1 Inleiding 3
1.2 Talen 4
1.3 Andere talen 7
1.4 Verschillen 11
1.5 Taalwetenschap 13
1.6 Verschillende grammatica’s 14
1.7 De inhoud van dit boek en de deelterreinen van de taalwetenschap 16
Samenvatting 18
Opdrachten 19
Zelftoets 19
Verantwoording en verder lezen 20
2 De taalgebruiker 21
2.1 Inleiding 21
2.2 Kennen en kunnen: het cognitief systeem 22
2.3 Taal en hersenen 24
2.4 Taalbegrip 27
2.4.1 Het herkennen van klanken 27
2.4.2 Het herkennen van woorden 28
2.4.3 Zinsbegrip 29
2.4.4 Interpretatie van uitingen 31
2.4.5 Van spraakherkenning tot interpretatie 31
2.5 Taalproductie 32
2.5.1 Wat wil je zeggen? 33
2.5.2 Vormgeving: de grammaticale codering 34
2.5.3 Formuleren: fonologische codering 34
2.5.4 Articuleren 36
2.5.5 Spreken: van intentie tot articulatie 36
Samenvatting 36
Opdrachten 38
Zelftoets 39
Verantwoording en verder lezen 39
3 Taalverwerving 40
3.1 Inleiding 40
3.2 Hoe leren kinderen taal? 41
3.3 In welke volgorde verloopt de eerste-taalverwerving? 44
3.4 Welke factoren beïnvloeden de verwerving van een tweede taal? 47
3.5 In welke volgorde verloopt de verwerving van een tweede taal? 49
3.6 Tweetalige ontwikkeling 53
Samenvatting 54
Opdrachten 55
Zelftoets 56
Verantwoording en verder lezen 57
Deel II Taal en Interactie 59
4 Discourse 61
4.1 Inleiding 61
4.2 Interpretatie en gevolgtrekking 62
4.3 Samenwerking 63
4.4 Gesprekken 65
4.5 Samenhang via taalvormen 70
Samenvatting 73
Opdrachten 73
Zelftoets 74
Verantwoording en verder lezen 74
5 Taalhandelingen 75
5.1 Inleiding 75
5.2 De uiting als handeling 76
5.3 Informatiestructuur 80
5.4 Pragmatische gepastheid 83
Samenvatting 86
Opdrachten 86
Zelftoets 86
Verantwoording en verder lezen 87
Deel III Zinnen en hun betekenis 89
6 Zinsdelen en woordsoorten 91
6.1 Inleiding 91
6.2 Zinsdelen 92
6.3 Zinnen, bijzinnen en woordgroepen 93
6.4 Typen woordgroepen 94
6.5 Hoofden en modifi ceerders 96
6.6 Woordgroepstructuur 97
6.7 Woordgroepen versus woorden 101
6.8 Woordsoorten: inhoudswoorden 101
6.9 Woordsoorten: functiewoorden 103
Samenvatting 104
Opdrachten 104
Zelftoets 105
Verantwoording en verder lezen 106
7 Enkelvoudige zinnen 107
7.1 Inleiding 107
7.2 Functies van woordgroepen binnen de zin 108
7.3 Valentie 110
7.4 Semantische rollen 112
7.5 Grammaticale rollen 113
7.6 Het markeren van semantische en grammaticale rollen 114
7.7 Valentiereductie 115
7.8 Refl exieve constructies 116
7.9 Pronominalisatie 117
Samenvatting 118
Opdrachten 118
Zelftoets 119
Verantwoording en verder lezen 120
8 Complexe zinnen 121
8.1 Inleiding 121
8.2 De functie van bijzinnen 121
8.3 De vorm van bijzinnen 124
8.4 Interactie tussen hoofd- en bijzin 126
8.4.1 Equi-deletie 126
8.4.2 Raising 127
8.4.3 Consecutio temporum 128
8.5 Gecoördineerde zinnen 129
8.6 De vorm van gecoördineerde zinnen 130
Samenvatting 131
Opdrachten 131
Zelftoets 132
Verantwoording en verder lezen 132
9 Woordvolgorde 133
9.1 Inleiding 133
9.2 Volgorde en niveaus van analyse 134
9.3 Woordvolgorde op zinsniveau 135
9.4 Zinstype 136
9.5 Ingebedde zinnen 137
9.6 Complexiteit 138
9.7 De informatiestatus van zinsdelen 138
9.8 Woordvolgorde op zinsdeelniveau 139
9.8.1 Het nominale zinsdeel 140
9.8.2 Het verbale zinsdeel 140
9.9 Samenhang 141
9.10 Discontinue zinsdelen 143
Samenvatting 144
Opdrachten 144
Zelftoets 145
Verantwoording en verder lezen 145
10 Zinsbetekenis 146
10.1 Inleiding 146
10.2 Compositionaliteit 147
10.3 Nominale woordgroepen: referentie 147
10.4 Nominale woordgroepen: deixis en anafora 152
10.5 Verbale woordgroepen: tijd en aspect 155
10.6 Verbale woordgroepen: situatietypen 158
Samenvatting 160
Opdrachten 161
Zelftoets 161
Verantwoording en verder lezen 162
Deel IV Woorden en hun betekenis 163
11 Woordenschat 165
11.1 Inleiding 165
11.2 Wat is een woord? 166
11.3 De relatie tussen woordvorm en betekenis 167
11.4 Inhouds- en functiewoorden 168
11.5 Het lexicon 170
11.6 Soorten lexicale informatie 172
11.7 Woordenboeken 173
11.8 Betekenis en betekenisrelaties 175
11.9 Betekenisbeschrijving 176
11.10 Woorden over de grenzen van talen 177
Samenvatting 179
Opdrachten 180
Zelftoets 181
Verantwoording en verder lezen 181
12 Woordvorming 182
12.1 Inleiding 182
12.2 De interne structuur van woorden 183
12.3 De functies van woordvorming 184
12.4 Derivatie 185
12.5 Flexie 188
12.6 De vormen van de morfologie 189
12.7 De structuur van woorden en hun betekenis 192
12.8 Verschillen tussen fl exie en derivatie 193
12.9 Verschillen tussen talen 194
Samenvatting 196
Opdrachten 197
Zelftoets 198
Verantwoording en verder lezen 198
13 Samenstellingen en uitdrukkingen 199
13.1 Inleiding 199
13.2 Structuur en betekenis van samenstellingen 200
13.3 Soorten samenstellingen 203
13.4 Incorporatie 203
13.5 Idiomatische uitdrukkingen 204
13.6 De betekenis van idiomatische uitdrukkingen 206
Samenvatting 209
Opdrachten 210
Zelftoets 210
Verantwoording en verder lezen 210
Deel V Spraakklanken 211
14 Spreken en verstaan – spraakklanken 213
14.1 Inleiding 213
14.2 Spreken 214
14.3 Spraakgeluid 215
14.4 Horen en verstaan 217
14.5 Spraakklanken 217
14.5.1 Inleiding 217
14.5.2 Pulmonische consonanten 218
14.5.3 Niet-pulmonische consonanten 220
14.5.4 Vocalen 221
14.5.5 Diftongen 222
14.5.6 Overige kenmerken 222
14.6 Spraaksynthese en spraakherkenning 222
Samenvatting 223
Opdrachten 224
Zelftoets 224
Verantwoording en verder lezen 225
15 Klanksystematiek en fonologische processen 226
15.1 Inleiding 226
15.2 Distinctiviteit 227
15.3 Klanksystemen 229
15.4 Distinctieve kenmerken 233
15.5 Morfofonologische processen 234
15.6 Grafemen en fonemen 236
Samenvatting 237
Opdrachten 237
Zelftoets 238
Verantwoording en verder lezen 238
16 Lettergrepen, klemtoon en intonatie 239
16.1 Inleiding 239
16.2 De lettergreep: fonotaxis 240
16.3 Het woord: klemtoon 243
16.4 De zin: intonatie 244
16.5 Ritme 246
Samenvatting 247
Opdrachten 247
Zelftoets 248
Verantwoording en verder lezen 248
Deel VI Talen en Taalgemeenschap 249
17 Verschillen en overeenkomsten tussen talen 251
17.1 Inleiding 251
17.2 Overeenkomsten tussen talen 252
17.3 Genetische verwantschap 254
17.4 Taal en cultuur 259
17.5 Taal en denken: de Sapir-Whorf-hypothese 262
Samenvatting 265
Opdrachten 265
Zelftoets 266
Verantwoording en verder lezen 266
18 Taalvariatie 267
18.1 Inleiding 267
18.2 Wat is een taal? 268
18.3 Wat is een dialect? 269
18.4 De bestudering van taalvariatie 271
18.5 Taalvariatie en sociale factoren 272
18.5.1 Plaats of regio 273
18.5.2 Sociale klasse 275
18.5.3 Etnische groep 276
18.5.4 Leeftijd 277
18.5.5 Sekse 277
18.6 Andere factoren: de situatie en de linguïstische context 279
18.7 Taalvariatie en sociale betekenis 280
Samenvatting 281
Opdrachten 282
Zelftoets 282
Verantwoording en verder lezen 283
19 Taalverandering 284
19.1 Inleiding 284
19.2 Historische taalwetenschap 285
19.3 Het veranderingsproces 288
19.4 Sociale groepen in taalverandering 292
19.5 De inbedding van veranderingen in het taalsysteem 294
19.6 De waardering voor taalverandering 295
Samenvatting 296
Opdrachten 296
Zelftoets 296
Verantwoording en verder lezen 297
20 Tweetaligheid 298
20.1 Inleiding 298
20.2 De tweetalige taalgemeenschap 299
20.3 Taalpolitiek 301
20.4 Tweetalig onderwijs 301
20.5 De tweetalige taalgebruiker 303
20.6 Tweetalig taalgebruik en interferentie 304
20.7 Het ontstaan van nieuwe talen 308
Samenvatting 310
Opdrachten 310
Zelftoets 310
Verantwoording en verder lezen 311
Bibliografie 312
Index 319
Sobre el autor
Anne Baker is hoogleraar Psycholinguïstiek en Taalpathologie en hoogleraar Nederlandse Gebarentaal aan de Universiteit van Amsterdam.
Jan Don is universitair docent Nederlandse Taalkunde aan de Universiteit van Amsterdam.
Kees Hengeveld is hoogleraar Theoretische Taalwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam.