Het Handboek schematherapie gaat over ontwikkelingen op gebied van theorievorming, diagnostiek, behandeling, onderzoek, implementatie en management. Met deze diversiteit en de ingebrachte kennis van vooraanstaande schematherapeuten en –onderzoekers is het handboek een verrijking en vernieuwing van reeds bestaande boeken over schematherapie.Schematherapie is oorspronkelijk als therapievorm ontwikkeld voor patiënten met persoonlijkheidsproblematiek. Het is integratieve psychotherapie waarin naast het gebruik van cognitief–gedragstherapeutische technieken en experientiële technieken, ook veel aandacht is voor de therapeutische relatie als middel voor verandering van schema’s en modi.Uit onderzoek is gebleken dat schematherapie een (kosten–)effectieve behandeling is voor mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis. Dit heeft geleid tot een implementatiestudie bij acht Nederlandse GGZ–instellingen. Het heeft gestimuleerd om de effectiviteit van een kortdurende schematherapie te onderzoeken bij andere persoonlijkheidsstoornissen. Ook in de forensische setting vindt onderzoek hiernaar plaats. Er zijn sterke aanwijzingen dat schematherapie voor een steeds breder wordende patiëntengroep toepasbaar is.Dit handboek, dat uit zes delen bestaat, is volgens een vast stramien opgezet. Alle hoofdstukken hebben dezelfde paragraafindeling, zodat er door het hele boek heen sprake is van een logische samenhang. Ieder hoofdstuk begint met een inleiding en een beschrijving van de huidige stand van zaken, gevolgd door een overzicht van de actuele praktijk: welke valkuilen zijn er en hoe kun je die vermijden? Ook wordt aandacht besteed aan toekomstige ontwikkelingen.Handboek schematherapie is een onmisbare leidraad voor GZ–psychologen, gedragstherapeuten, groepstherapeuten, psychotherapeuten en diegenen die in opleiding zijn.
Tabela de Conteúdo
Inleiding.- Algemene inleiding.- Een beknopte geschiedenis van schematherapie.- Theoretisch model: schema’s, copingstrategieën en modi.- Diagnostiek en indicatiestelling.- Indicatiestelling voor schematherapie.- Gebruik van experiëntiële technieken voor diagnostiek.- Het gebruik van vragenlijsten.- Casusconceptualisatie in schematherapie.- Behandeling.- Technieken in schematherapie.- Schematherapie bij adolescenten.- Schematherapie bij persoonlijkheidsproblematiek en verslaving.- Schematherapie voor Forensische Patiënten.- Individuele schematherapie: de praktijk bij volwassenen.- Schematherapie bij relatieproblematiek.- Schematherapie in een klinische (groeps)setting1.- Schematherapie in groepen; een protocollaire behandeling1.- Schematherapie in een psychodynamische groep1.- Effect van meten is weten: therapieresultaten en therapeutische relatie.- Opleiding.- Opleiding en registratie tot schematherapeut.- Cursussen op het gebied van schematherapie.- Supervisie bij schematherapie.- Onderzoek.- Effectiviteitsstudies.- Experimentele studies naar schemamodi.- Experimentele studies naar schema’s.- Validatie schemavragenlijst.- Validatie van de Schema Mode Inventory (SMI).- Organisatie en management.- Implementatie van schematherapie in ggz-instellingen.- Implementatie van schematherapie in Forensisch Psychiatrisch Centrum de Rooyse Wissel.- Kosteneffectiviteit van schematherapie.- Voorlichting over schematherapie.